
door Johan Werbrouck
Fotograferen in RAW is reeds goed ingeburgerd. De voordelen zijn dan ook legio. In het RAW formaat wordt alle informatie die de sensor registreert zonder wijziging opgeslagen en blijft beschikbaar voor nabewerking in een RAW converter. Dit betekent dat de fotograaf ook na de opname nog over tal van mogelijkheden beschikt om de camera instellingen te overrulen.
Als je in het menu van een moderne camera duikt, blijkt het aantal camera instellingen haast intimiderend groot. Kan je als RAW fotograaf al deze instellingen negeren of zijn er toch die een blijvende en niet te corrigeren invloed hebben op het RAW bestand? Op deze vraag wil ik in dit artikel even dieper ingaan en met jullie de verschillende camera instellingen overlopen. Aangezien de meeste van onze leden met Nikon fotograferen, zal ik me hier specifiek op dit merk richten. De meeste instellingen vind je ook terug bij andere merken.
Camera instellingen zijn vooral belangrijk als je in JPEG fotografeert, dan heeft iedere instelling direct invloed op hoe het JPEG bestand er uit ziet. Bovendien zijn de wijzigingen die je achteraf nog kan aanbrengen beperkt. Maar ook als je in RAW fotografeert wordt er altijd een JPEG bestand aangemaakt volgens de instellingen van je toestel. Dit JPEG bestand wordt getoond als je de opgenomen RAW bestanden bekijkt op het LCD scherm van je camera. Ook al hebben veel van de camera instellingen geen invloed op de uiteindelijke kwaliteit van je RAW opname, toch bepalen ze hoe de voorvertoning in je camera eruit ziet en kunnen ze indirect je beslissingen om je instellingen te wijzigen beïnvloeden.
Fotograferen in RAW is reeds goed ingeburgerd. De voordelen zijn dan ook legio. In het RAW formaat wordt alle informatie die de sensor registreert zonder wijziging opgeslagen en blijft beschikbaar voor nabewerking in een RAW converter. Dit betekent dat de fotograaf ook na de opname nog over tal van mogelijkheden beschikt om de camera instellingen te overrulen.
Als je in het menu van een moderne camera duikt, blijkt het aantal camera instellingen haast intimiderend groot. Kan je als RAW fotograaf al deze instellingen negeren of zijn er toch die een blijvende en niet te corrigeren invloed hebben op het RAW bestand? Op deze vraag wil ik in dit artikel even dieper ingaan en met jullie de verschillende camera instellingen overlopen. Aangezien de meeste van onze leden met Nikon fotograferen, zal ik me hier specifiek op dit merk richten. De meeste instellingen vind je ook terug bij andere merken.
Camera instellingen zijn vooral belangrijk als je in JPEG fotografeert, dan heeft iedere instelling direct invloed op hoe het JPEG bestand er uit ziet. Bovendien zijn de wijzigingen die je achteraf nog kan aanbrengen beperkt. Maar ook als je in RAW fotografeert wordt er altijd een JPEG bestand aangemaakt volgens de instellingen van je toestel. Dit JPEG bestand wordt getoond als je de opgenomen RAW bestanden bekijkt op het LCD scherm van je camera. Ook al hebben veel van de camera instellingen geen invloed op de uiteindelijke kwaliteit van je RAW opname, toch bepalen ze hoe de voorvertoning in je camera eruit ziet en kunnen ze indirect je beslissingen om je instellingen te wijzigen beïnvloeden.
Als je als Nikon fotograaf je RAW bestanden voor het eerst opent in Nikon software, hetzij Nikon View, Nikon Capture NX-D of Nikon Capture NX2, dan krijg je de foto te zien volgens de camera instellingen bij de opname. Het beeld zal er dus identiek uitzien als de voorvertoning op het display van je camera en vertrouwd aanvoelen. Gebruik je daarentegen een RAW converter van een andere fabrikant zoals Lightroom, Camera RAW van Photoshop of Capture One Pro, dan zal deze software zich niets aantrekken van de camera instellingen en het RAW bestand tonen volgens eigen aangemaakte cameraprofielen. Het resultaat zal er dan ook bij iedere converter enigszins anders uitzien en kan nogal verschillen van de voorvertoning op je camera display. Uiteraard kan je in iedere RAW converter zelf alle instellingen aanpassen tot het gewenste resultaat bereikt is, maar het vertrekpunt zal naargelang de gebruikte software anders zijn en dit kan voor velen reeds een reden zijn om voor een bepaald software pakket te kiezen.
Instellingen die de RAW data rechtstreeks beïnvloeden
1. Objectief instellingen en scherpstelling
Alle instellingen op het objectief - vibratie reductie, brandpuntafstand, scherpstelling en diafragma - zijn definitief en kunnen ook in een RAW bestand niet gewijzigd worden. Hetzelfde geldt voor alle camera instellingen die bepalen hoe en op welk scherpstelpunt de autofocus werkt.
2. Diafragma en sluitertijd
Het is vanzelfsprekend dat de keuze van de diafragma opening en de sluitertijd na de opname niet meer kan gewijzigd worden, ook niet in een RAW bestand. Heb je te weinig scherptediepte omdat je met diafragma f4 hebt gefotografeerd, dan kan je dat ook in RAW niet wijzigen naar bv. f11 en bewegingsonscherpte door een te lage sluitertijd kan je ook niet wegwerken, want je kan na de opname niet voor een snellere sluitertijd kiezen. De belichting die het resultaat is van de combinatie diafragma-sluitertijd-ISO kan je in RAW binnen bepaalde grenzen wel nog aanpassen.
3. ISO
In het algemeen kan je stellen dat de instelling van je ISO waarde invloed heeft op je RAW bestand. Hoe lager de ingestelde ISO waarde, hoe groter het dynamisch bereik en hoe lager de ruis zal zijn. Als je de hoogst mogelijke kwaliteit nastreeft, kies dan binnen de gegeven omstandigheden steeds voor een zo laag mogelijke ISO waarde.
Met de hedendaagse camera's is er nochtans op het vlak van ISO wel wat speelruimte in RAW. Als je per vergissing de ISO waarde hebt vergeten aan te passen en daardoor je opnames 2 à 3 stops hebt onderbelicht, dan is er nog geen man overboord. Bij lage ISO waardes (50-400) kan je in de RAW converter de belichting met hetzelfde aantal stops terug optrekken zonder noemenswaardig kwaliteitsverlies. Je staat soms verstelt van de informatie die je uit hopeloos onderbelichte opnames kan terughalen. Van zodra de ISO waardes hoger worden moet je rekening houden met toenemende ruis. Overbelichting is delicater omdat je daar veel sneller essentiële informatie dreigt te verliezen die je ook in RAW niet meer kan terughalen.
4. Ruisonderdrukking lange belichtingstijd
Als je een foto neemt met een lange sluitertijd neemt de kans op verhoogde ruis en hot pixels toe. Als je de instelling 'ruisonderdrukking lange sluitertijd' activeert zal je camera telkens je sluitertijd langer is dan 1 seconde twee foto's nemen. De eerste foto is de opname van het onderwerp, de tweede opname wordt genomen met gesloten sluiter en registreert enkel de ruis. De camera gebruikt dan de informatie uit deze tweede opname om de ruis in de eerste opname weg te filteren. Dit is zeer nuttig als je avond- of nachtopnames maakt. Deze instelling beïnvloed rechtstreeks je RAW bestanden en moet je dus zeker activeren als je met lange belichtingstijden werkt.
5. Beeldgebied
Bij full-frame camera's zoals de Nikon D600 en D800 kan je bij de opname kiezen om niet de volledige beeldsensor te benutten en een kleinere beeldsnit zoals het DX kader te gebruiken. Je kan daarvoor kiezen om de bestandsgrootte te verkleinen of de snelheid en buffer van continu opnames te verhogen. Logischerwijze is deze keuze destructief en kan je de weggegooide pixels achteraf niet meer recupereren.
Instellingen die invloed hebben op de lichtmeting van de camera maar geen directe impact op de RAW data
1. Live View versus Zoeker
Als je fotografeert in LIve View wordt het licht op een andere manier gemeten dan wanneer je door de zoeker kijkt. De resultaten van deze twee verschillende metingen kunnen licht van elkaar afwijken en dus invloed hebben op de RAW opname. Maar als alle andere instellingen onveranderd blijven (bv. als je fotografeert in manuele modus), heeft het wisselen tussen zoeker en live view op zich geen effect.
Instellingen die de RAW data rechtstreeks beïnvloeden
1. Objectief instellingen en scherpstelling
Alle instellingen op het objectief - vibratie reductie, brandpuntafstand, scherpstelling en diafragma - zijn definitief en kunnen ook in een RAW bestand niet gewijzigd worden. Hetzelfde geldt voor alle camera instellingen die bepalen hoe en op welk scherpstelpunt de autofocus werkt.
2. Diafragma en sluitertijd
Het is vanzelfsprekend dat de keuze van de diafragma opening en de sluitertijd na de opname niet meer kan gewijzigd worden, ook niet in een RAW bestand. Heb je te weinig scherptediepte omdat je met diafragma f4 hebt gefotografeerd, dan kan je dat ook in RAW niet wijzigen naar bv. f11 en bewegingsonscherpte door een te lage sluitertijd kan je ook niet wegwerken, want je kan na de opname niet voor een snellere sluitertijd kiezen. De belichting die het resultaat is van de combinatie diafragma-sluitertijd-ISO kan je in RAW binnen bepaalde grenzen wel nog aanpassen.
3. ISO
In het algemeen kan je stellen dat de instelling van je ISO waarde invloed heeft op je RAW bestand. Hoe lager de ingestelde ISO waarde, hoe groter het dynamisch bereik en hoe lager de ruis zal zijn. Als je de hoogst mogelijke kwaliteit nastreeft, kies dan binnen de gegeven omstandigheden steeds voor een zo laag mogelijke ISO waarde.
Met de hedendaagse camera's is er nochtans op het vlak van ISO wel wat speelruimte in RAW. Als je per vergissing de ISO waarde hebt vergeten aan te passen en daardoor je opnames 2 à 3 stops hebt onderbelicht, dan is er nog geen man overboord. Bij lage ISO waardes (50-400) kan je in de RAW converter de belichting met hetzelfde aantal stops terug optrekken zonder noemenswaardig kwaliteitsverlies. Je staat soms verstelt van de informatie die je uit hopeloos onderbelichte opnames kan terughalen. Van zodra de ISO waardes hoger worden moet je rekening houden met toenemende ruis. Overbelichting is delicater omdat je daar veel sneller essentiële informatie dreigt te verliezen die je ook in RAW niet meer kan terughalen.
4. Ruisonderdrukking lange belichtingstijd
Als je een foto neemt met een lange sluitertijd neemt de kans op verhoogde ruis en hot pixels toe. Als je de instelling 'ruisonderdrukking lange sluitertijd' activeert zal je camera telkens je sluitertijd langer is dan 1 seconde twee foto's nemen. De eerste foto is de opname van het onderwerp, de tweede opname wordt genomen met gesloten sluiter en registreert enkel de ruis. De camera gebruikt dan de informatie uit deze tweede opname om de ruis in de eerste opname weg te filteren. Dit is zeer nuttig als je avond- of nachtopnames maakt. Deze instelling beïnvloed rechtstreeks je RAW bestanden en moet je dus zeker activeren als je met lange belichtingstijden werkt.
5. Beeldgebied
Bij full-frame camera's zoals de Nikon D600 en D800 kan je bij de opname kiezen om niet de volledige beeldsensor te benutten en een kleinere beeldsnit zoals het DX kader te gebruiken. Je kan daarvoor kiezen om de bestandsgrootte te verkleinen of de snelheid en buffer van continu opnames te verhogen. Logischerwijze is deze keuze destructief en kan je de weggegooide pixels achteraf niet meer recupereren.
Instellingen die invloed hebben op de lichtmeting van de camera maar geen directe impact op de RAW data
1. Live View versus Zoeker
Als je fotografeert in LIve View wordt het licht op een andere manier gemeten dan wanneer je door de zoeker kijkt. De resultaten van deze twee verschillende metingen kunnen licht van elkaar afwijken en dus invloed hebben op de RAW opname. Maar als alle andere instellingen onveranderd blijven (bv. als je fotografeert in manuele modus), heeft het wisselen tussen zoeker en live view op zich geen effect.
2. Active D-Lighting Active D-Lighting is een instelling op Nikon camera's die toe laat in camera de schaduwen op te helderen en de hoge lichten te temperen. Het is een instelling die vooral van nut is als je in JPEG fotografeert maar geen effect heeft op de RAW data. Active D-Lighting kan echter wel een effect hebben op de lichtmeting van de camera en zo een indirecte invloed uitoefenen als je daardoor de belichting aanpast. In de hoogste stand kan Active D-Lighting de belichting met een halve tot een volledige stop donkerder maken. Enige voorzichtigheid is dus wel geboden maar een matige gebruik van Active D-Lighting kan wel helpen om via het camera display het uiteindelijke resultaat van de opname beter in te schatten. |
Instellingen die de voorvertoning en het histogram op je camera LCD beïnvloeden maar geen impact hebben op de RAW data.
1. Beeldinstelling (Picture control)
Deze instellingen hebben geen effect op je RAW data, noch op je lichtmeting in de camera. Of je nu kiest voor 'standaard', 'levendig' of 'neutraal', de RAW opname zal exact hetzelfde zijn maar de weergave op het LCD scherm van je camera zal wel aanzienlijk verschillen. Ook het histogram en de waarschuwing voor hoge lichten kan afwijken want hoewel je in RAW fotografeert, gebruikt zowel het histogram als de knipperende hoge lichten waarschuwing informatie uit het JPEG bestand dat aangemaakt wordt en vertoond wordt op je LCD scherm. Als je bv in de stand 'levendig' fotografeert, wordt er contrast toegevoegd aan het JPEG bestand en kan je histogram op je LCD scherm gaan clippen in de hoge lichten terwijl er voor je RAW data in feite geen probleem is. Dus toch iets om rekening mee te houden.
2. Hoge ISO Ruisonderdrukking
Ook deze instelling heeft alleen invloed op JPEG bestanden en de voorvertoning op je camera LCD scherm maar niet op de RAW data zelf.
3. Witbalans
Witbalans instellingen hebben geen effect op de RAW data maar wel op de manier waarop de opnames getoond worden op het LCD scherm van de camera. Een verkeerde witbalans kan perfect gecorrigeerd worden in de nabewerking maar bemoeilijkt wel een juiste beoordeling van de opname op het LCD scherm.
4. Kleurruimte
Of je nu kiest om de instelling van je camera op AdobeRGB of sRGB te zetten, maakt niets uit voor je RAW data want RAW files registreren meer kleuren dan zowel sRGB als AdobeRGB kunnen weergeven. In de nabewerking is het pas bij het exporteren naar een JPEG of TIFF bestand dat je een keuze moet maken welke kleurruimte je verkiest.
Conclusie
Deze opsomming maakt duidelijk dat er wel wat camera instellingen voor RAW fotografen van minder belang zijn. Maar RAW is geen tovermiddel en misschien nog meer instellingen doen er wel degelijk toe. Conclusie is dus dat je ook al fotografeer je in RAW, je bij de opname best weet waarmee je bezig bent. Je bespaart jezelf niet alleen veel werk in de nabewerking maar je resultaten zullen ook veel meer beantwoorden aan je doelstellingen.
1. Beeldinstelling (Picture control)
Deze instellingen hebben geen effect op je RAW data, noch op je lichtmeting in de camera. Of je nu kiest voor 'standaard', 'levendig' of 'neutraal', de RAW opname zal exact hetzelfde zijn maar de weergave op het LCD scherm van je camera zal wel aanzienlijk verschillen. Ook het histogram en de waarschuwing voor hoge lichten kan afwijken want hoewel je in RAW fotografeert, gebruikt zowel het histogram als de knipperende hoge lichten waarschuwing informatie uit het JPEG bestand dat aangemaakt wordt en vertoond wordt op je LCD scherm. Als je bv in de stand 'levendig' fotografeert, wordt er contrast toegevoegd aan het JPEG bestand en kan je histogram op je LCD scherm gaan clippen in de hoge lichten terwijl er voor je RAW data in feite geen probleem is. Dus toch iets om rekening mee te houden.
2. Hoge ISO Ruisonderdrukking
Ook deze instelling heeft alleen invloed op JPEG bestanden en de voorvertoning op je camera LCD scherm maar niet op de RAW data zelf.
3. Witbalans
Witbalans instellingen hebben geen effect op de RAW data maar wel op de manier waarop de opnames getoond worden op het LCD scherm van de camera. Een verkeerde witbalans kan perfect gecorrigeerd worden in de nabewerking maar bemoeilijkt wel een juiste beoordeling van de opname op het LCD scherm.
4. Kleurruimte
Of je nu kiest om de instelling van je camera op AdobeRGB of sRGB te zetten, maakt niets uit voor je RAW data want RAW files registreren meer kleuren dan zowel sRGB als AdobeRGB kunnen weergeven. In de nabewerking is het pas bij het exporteren naar een JPEG of TIFF bestand dat je een keuze moet maken welke kleurruimte je verkiest.
Conclusie
Deze opsomming maakt duidelijk dat er wel wat camera instellingen voor RAW fotografen van minder belang zijn. Maar RAW is geen tovermiddel en misschien nog meer instellingen doen er wel degelijk toe. Conclusie is dus dat je ook al fotografeer je in RAW, je bij de opname best weet waarmee je bezig bent. Je bespaart jezelf niet alleen veel werk in de nabewerking maar je resultaten zullen ook veel meer beantwoorden aan je doelstellingen.